528 A. 'SGRAVEZANDE OVER DE één ja meer affchriften te laaten maa- kenwaar van hij mij twee zeer keu rig overeenftemmende Exemplaaren met onderfcheiden' fchepen heeft toe gezonden en zeker ook noch affchrif ten voor zich zeiven zal hebben ge houden. Daar het te denken isdat de Heer Anquetilwelke als een vreemdeling te Cochim was en alleen door de gunst van den Moudiljaardeeze kope ren plaaten in handen en huis kreeg, minder tijd en ruimte zal gehad heb ben, om zijn affchrijt te maaken, dan de Heer Moensdaar toe naar welge vallen had konnen gebruiken. 63. Eene tweede reden isdat de Heer 'Anquetil du Perron, dit affchrift maak te, zonder dat hij de taal verftond, of het Character kende. Dit blijkt uit zij ne belijdenisfeHij fchrijft p. 169: "Ik poogde met de kundigfte (34) Cafa- naaren 'er iets van te ontfijfferen maar C34") cacanaarkn; zoude dit een foort van Geestelyken zyn

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1782 | | pagina 674