534 A. *S GRAVEZANDE OVER DE
deede. Hij fchrijft dus: "De Rabbin
w Ezeebiel (36) die Vader was van den
33 Jood, bij wien ik fhuis was, en Ctfwr-
33 tier (Makelaar) van de Hollanders te
s, Cochim was, had dit opfchrift in't
3, Rabbijnsch Hebreeuwsch overgezet,
3, onder 't voorzeggen van eenen
3, Brahme, zoo als mij naderhand de
3, Moudiljaar van Panani zeide. Ik
3, ging derhalven dien Rabbin een be«
33 zoek geeven, welke op de aanbevee
lt ling van zijnen Zoon, en den Secre-
33 tar is van Vechtenmij zijne Rabbijn-
33 fche verzameling (37) leende.
Deeze verzameling bevatte de Lee=
33 z;ing van den Tamoulfchen text in Be
rt breeuw fche Letterenen de ven aaiing
33 in 't Rabbijnsch Hebreeuwsch woord
33 voor woord. Een jonge jood
33 genaamd David Cohen vertaalde mij
33 dezelve in fraaije Hebreeuwfche
33 Letters. Ik denk" (zoo vervolgt
Zijn Ed.) "als mijne bezigheden 't zelve
w zullen toelaaten, ook in 't Fransch
33 uit
(36) Ezechiel was geen Cabbynmaar zijn ge-
flachtnaam was RaMy; men zie van hem breeder
242Q hl. 5Ó2567. der Gefchiedkundtge Narichteri in
VI 'Deel.
(373 Men vergelyke 28. der Gtjchiedkmdige
Narichten,