JöODEN TE CQCHIM» 54 E 5, waards van Cochim bekenddoch ook oud en ond&rfcheïden van de Taaldie daar tans gefprooken wordt, dat het fcheenen Heidenfche Lofgedichten te zijn op Heidenfche Goden gemaakt". En naderhand fchrijft zijn Wel Ed. Geftr. den 1 Oc tober 1780 "dat het groofjle der twee overgezondene Boekdeelenwas gefchreeven in eene zeer verouder-' 3, de en niet meer gebruikelijke Taale 3, met Nagaarjche Lettersdoch dat het echter daar bekend was voor een w oud [luk, dat wegens deszelfs oud- heulen, toen de taal, waar in het i) is gefchreeven reeds begon in 't 3, verval te geraakenin de Hooge Ma- 3, lahaarfche Taal is overgezetvan welke vertaaling Hij een Exemplaar s, op bladeren van Hoornen gefchreeven ,3 was magtig geworden't geen tans 3, door kundige lieden wierd vertolkt, 33 en waar van zijn VvYl Ed. Geftr. 3, mij bij voorraad de inleiding en ft be- 33 gin van het boek toezond". 77. Dit Ruk bevat het Leven en de Dan- den

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1782 | | pagina 687