55<5 a. 'sgravezande over de en derde meer met eikanderen overeen- jlemmen dan met de tweede (46). En dus op dezelve't meesteJlaat fchijnt te konnen gemaakt worden. Deeze ver- fcheidenheid had den Heer moens doen omzien naa eene vierde vertaa lingdoch had, tot dien tijd toe, on der de Mallabaaren en Cannorijns200 roede onder de Taalkundige Priesters en Inlanders niemand konnen vinden, die kundig genoeg was om dit oude fchrift van nieuws en beter te vertaa ien; fchoon hij een af fchrift dier Cha racters noord en midwaards van Cochim had gezonden, om dezelve te iaaten ontfijfferen. Ten opzigte der getuigen is ook verfchilde eerfle en derde heb ben te faamen de meeste overeen komst, doch de tweede zoude (zoo als de Heer moens denkt) daar in verfchil- lendat daar bij niet de Perfoneele naa- men der Getuigen, maar alleen hunne Bedieningen of kV aardighedenwaar in zij te dier tijd waaren bekend (47), zijn i 47) bekentd. Als men deeze tweede vertaaling met de gedrukte plaat van 't Patent vergelijkt'. C4ó% de twef.de. Deeze is op zulk eene wijze ingericht, dar dezelve in verfcheide deeien, iiaêr naa eene omfehrijving PamphraJisj dan vertaaling: zweemt.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1782 | | pagina 702