57^ a. 's gravezande over de gebied van dezelve, zoo wel als van den Fiscaal onderwerpen. Evenwel hebben de Blanke Jooden van Cochim zich tot noch toe niet Jlellig voor vol- ftrekte onderdaanen van dè Maatfchap- pij willen verklaarenvermoedelijk om zich in geval van eenige omwendin- ge van zaaken, niet geheel aan de wraakzucht des Cochimfchen Konings bloot te Hellen. Zijnde echter in 't jaar 1772 een' zekeren Jooddie door den Koning van Cochim als een Bedrie ger in de Gevangenis was gezet, maar door den Heer moens ten eerften op- gceischt, ook vrijwillig aan hem over- gegeeven. 9$' Belangende de Synagogen 31, 32.) teekent de Heer moens aan, dat in de Joodenbuurtnaast het Paleis des Ko nings van Cochim de Suifa vier Synago gen zijn; naamelijk één voor de Blan ken, en de drie andere voor de Zwar ten-, welke laatfte Voorleezers hebben van hun eigen geflagt, om den dienst te verrichten doch wanneer een Blan ke Rabbij in hunne Synagoge komt, moet

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1782 | | pagina 718