HET MUNT-WEUN. 7 de alle bedrog in den handel voorte- komen. 0. 5- Dit gangbaar geld in ieder Land, word even als de deugdzaamheid der koopwaaren, by de Uitlanders gefchat naar zyn innerlyke waarde, en wel naar het gewigt, en grootfte graad van zuiverheidwaar voor die metaalen vatbaar zyn; zo dat of fchoon de Wet gever zyn munten verligt in gewigt, vervalst of verhoogd boven haar inner lyke waardeen de magt heelt zyn onderdaanen te noodzaaken om dezel ve tot die bepaalde prys te ontfangen, zo kan hy daarom den Uitlander niet dwingen, om ze in cas van Wisfel, hooger aan te neemen, dan ze inner- lyk waard zyn. Neen! vreemden, (aan die wetten niet onderworpen) ge ven aan die ligtere, vervalste of ver hoogde mundpecieneen waarde naar het gewigt, gehalte of fynheid van het geld, zonder zelfs eens te ree kenen de metaalen (waar mede dit geld vervalst is)en die evenwel me de een innerlyke waarde hebben doch die in dezen niet geteld worden. A 4 6.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1782 | | pagina 91