S C. ZILLESEN OVER <5.0. De voornaamfle handeldryvende Landenen wel byzonder die van Eu ropa, hebben eene zekere evenredig heid, tusfchen de waarde dezer drie metaalen vastgelleldten einde zy hunne muntfpetien zouden kunnen be houden, wyl anders de evenredigheid verbrooken wordendeen by voor beeld het Zilver by hun in evenredig heid waardiger dan het Goud zynde, de üitlanders hun het Zilver toeen het Goud uitvoeren zullen; en omge keerd het Goud in evenredigheid waardiger dan het Zilver Hellende zal hun het Goud toe, en het Zilver uitgevoerd worden, tot verlies der In gezetenen en voordeel der vreem den, welke laatilen dan juist winnen, het geen de eerfte verliezen. Doch deze evenredigheid is niet altoos dezel ve geweest; in de 14 Eeuw was de even redigheid van het Goud en Zilver als 1 tot 10, de twee volgende Eeuwen als 1 tot 11vervolgens in de 11 Eeuw omtrent als 1 tot 141, en eindelyk in de 18 Eeuw omtrent als 1 tot 15, maar in China en verdere Oosterfche Lan den

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1782 | | pagina 92