ÓVER DE N A J A ARS-&0 O RTSEN, 83 Op de ftraaten en wegen, en daarin, moest geene oogluiking plaats heb ben. Men vindt hiervan eenepryswaar-» dige Publicatievan de Regeering van Arnhem van den 20 October 1779, de Jaarboeken van January 1780, ten al len tyden der navolging zeer waardig. Het is te bewonderen, daar onze Ne4 derlanders anders zo zindelyk zynin opzicht van hunne huizen, dat zy daar in boven andere Natiënden roem wegdragen, dat 'er in gemeld opzicht niet meer gezorgd word, want ze ker hierin waren veel verbeteringen noodigi De Magiftraten moesten 'er, zo veel mooglyk isin voorzien, dat geen vleesch of vis dat befmet of verrot is, wierd verkogts nog onrype en fchadelyke fruiten wierden ter markt gebragt, De Varkens-kooten moesten in de fteeden en forten, niet veroorloft wordenen bovenal niet toegelaaten by Burgers, die Soldaaten in kwartier hebben- ik zoude het zelf de zeggenvan het houden van Kony* tiendoch dat is zo gemeen niet. Goe de orders zyn 'er ook noodzakelyk, Op het ruimen der fecreetenen zulks behoord© niet in het heetfte van den F 2 ZQ*

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1784 | | pagina 115