$6 G. w. CALLENFELS ANTWOORD geland zo niet konde plaats hebben» Als ik van het voorjaar fpreek, moet ik doen opmerken, dat de Maanden Maart en April daar toe al dikmaals minst gefchikt zyn, wyl de troupes op marsch fomtyds te veel lyden door re.* gen, hagel, fneeuw en koude des morgens en 9s avonds enz. Zo dan zoude de maand Mey daar toe de uit- neemendfte zyn, en wel na de geda* ne Exercitiën, als wanneer voorge melde ongemakken minderen die van de hinderende hitte nog niet aan- wezend zyn: waar by nog dit voor deel komt, dat dan de Militairen niet terftond by hun aankomst in Vlaande ren door de Exercitiën zouden wor den afgemat. Voorts dat de marsch te lande, zo de nood geene verhaas ting vordert, gedaan werde op de makkelykftè wyze, zo dat zy niette lang op éénen dag marfcheeren, veele rustdagen en goeaerustplaatfen en lig* gingen hebben, en'er in voorzien wor de dat zy zich zeiven niet verwaar- loozen, En dat de marsch te water zo wierde ingerichtdat zy meer fcheepen haddenen dus minder volk ig één fchip f om te lugter en ruimer t§

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1784 | | pagina 118