OVER DE NAJAARS-KOORTSEN. 105 te verligten, daar ik dit zag gebeuren, zag ik ook de gewenschte gevolgen. "Word een armoedig en ziek huisgezin van een foldaat aan zyn lot overgege ven, het einde is eene gewisfe onder gang. Het kan niet tot zegen en eer zyn van een Capitein, als een verla ten huisgezin tegen hem tot God roept. De zegen daar en tegen van God en menfchenagtervolgt zulke officierendie de hunnen uit al hun ver mogen en zelfs uit hun eigen beurs on- derlieunen, gelyk 'er zodanige edel- moedigen zyn. De armbezorgers en weldadige luiden inde Garnizoenplaat- fen weeten best, wat armoede 'er ge- fmoord word en wat zy aan veele huysgezinnen gedaan hebbendoch zy zyn onmagtig om al het gebrek te ver vullen; want het getal der ledemaaten in de grootfte Garnizoenplaatfen van Staats-Vlaanderen kan op zyn best maar vyf honderd uitmaaken, en men heeft'er niet veel gegoede luiden: daar en boven hebben zy nog genoeg te ftellen met de weduwen en weezen der foldaaten, die 's jaarlyks tot hunne las ten koomen: te Sluysdaar gemeen- lyk een Regiment legt, werd in den, G 5 jaas

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1784 | | pagina 137