134 J» harger antwoord Wy zullen vooraf te kennen geven, watwy eigentlyk, door N ajaars-koort- fen, welke niet zelden, in de Garni- zoenplaatfen, van Staats-Vlaanderen vooral onder de Militairen, zo ver- fchrikkelyk woeden, verftaan. Deeze koortien zyn inderdaad niet anders, dan remitterende en inter mitterende Herfst-koortfenten min- ften, zy hebben eene geneigdheid tot verpozen (c), zeldzaam gaanzy over in eene geduurigeof zuiver tusfchenpo- zende koorts, dan door het geweld der ziekte, of door verzuimde of ver keerde aanwending, der geneesmid delen; zv zyn van den aart der rot- of galkoortzen, welke door by komende oorzaaken, het eene jaar meer, dan het andere, zo veel vernielingen heb ben aangerecht. 'Er dient opgemerkt, dat deeze koortfen niet altyd onder een en de zelfde gedaante zich opdoen; fomtyds vindt men, in de eerfte dagen, weinig verpozing; dan weder eene tusfchen- pozende, dubbele anderdaagfche of alledaagfche koortsalzints te ge- lyk (c) j. pringle Obfervations on the diseases of the anny. Loiid. i?6i. pag, 165, i<58.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1784 | | pagina 166