OVER DE NAJAARS-KOORTSEN. 139 Militair, die jong, welgemaakt, vol bloedig is, en, met een woord, 'er fchilderagtig uitzietheeftgetuige zy de ervaring, eene meerdere ge- fchiktheidom door deeze ziekte te worden aangetast en afgeineden; dan een die dor, mager, en fchraal van geitel is. in. De voorfchikkende oorzaaken, kunnen fomtyds lang in de lighaamen verborge en opgefloten blyven, en door zeer geringe by komende oorzaa ken, losgemaakt, ontwikkeld, en te voorfchyn werden gebragt. IV. De gewoonte is de tweede Na tuur: doch alles wat hier tegen aan loopt wykt 'er van af, en kan onder de voorfchikkende oorzaaken der Na- jaars-koortfen geteld wordendit! zal men duidelyk ervaren in die Militai ren, welke of door geboorte of lang verblyf in Gelderland, UtrechtOver- Tsfel, als bekende hooge en drooge lan den, 'sjaarlyks verlegd worden, naar een laag en vogtig Staats- Vlaanderen wat de ongewoonte of ongeaartheid onder hun teweegbrengt,- door dien deeze Militairen meer dan anderen door de Najaars-koortfen worden getroffen. Hier

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1784 | | pagina 171