OVER DE NAJAARS-KOORTSEN. 141
en meerder, door de Najaars-koort
fen worden aangedaan, dan die gee-
nenwelke in opgenoemde en voorge-
fchikte gelegenheden niet hebben ver
keert.
Nu zullen wy de opwekkende of
fchadelyke vermogens [caufae occafio-
nales] waar door zo Inwooners, als
Militairen, van de Najaars-koortfen,
worden aangetast, kortelyk overwe
gen.
I. Zo ras men de natuurlyke ligging
en grondsgefteldheid van Staats-Vlaan
deren gadellaat, zal men zich niet be
hoeven te verwonderen, dat de onge
zondheid der lucht aldaar veel fchade-
lyker uitwerking doet, op de lighaa-
men der vreemdelingen dan in de hoo-
ge en drooge plaatfen van Oostenryks-
Fransch- F laanderenDuiticbland en
dergelyken.
Behalven de geftadige luchts veran
deringen, heeft Staats-F laander enlaa-
ge wei- en bouwlanden; met flooten
en kleine moerasfen doormengeldwel
ke des wintersdoor den regen opge
hoopt, door de zomer hitte weder uit
dampen, en veele geftorven infecten
en planten ter verrotting overlaten, en