OVER DE NAJAARS-KOORTSEN. 143
Maar een of ander zegt, eens toe-
geftemt, dat die fchadelyke uitdamp
pingen genoegfaam altyd aanwezig
zyn, en eigen aan Staats-Vlaanderen
zo leert echter de ondervinding, dat
het eene jaar aanmerkelyk verfchilt
van het andere, in het voortbrengen
van deeze Najaars-koortfen, dus moe-
te 1 'er nog andere oorzaaken plaats
hebben Het is zoen dit verfchil zul
len wy verder in de lucht- en levens-
wyze der Inwooners en Militairen on
derzoeken en nafpeuren.
II. De lucht is, eene onzichtbaare
veerkragtige vloeiftoffe (n); welke de
menschgeduurig inademt; die zich on
der onze voedfelen en dranken ver
mengt; met ons bloed en vogten ver-
eenigd wordtdie ons de zoetigheden
en vermaaklykheden des levens ver-
fchaft; ons geduurig omringt, alles
vervult en de voornaamfte dryfveder
in de Natuur is, zo ter bevordering
der gezondheid als voortbrenging van
epidemifche of befmettelyke ziekten.
De lucht nu heeft verfcheidene ei-
genfchappen, doch wy zullen maar
twee derzelve aanroeren, dewyl dee
ze
•(n) derham Cocig, Natuur en Sierrekbl, 5-14.
I