j; HARGER ANTWOORD worden. Overweegt men nu 't ver mogen der zomerhitte, ten opzicht van die lighaamen, welke in het ge meen tot voedfel verftrekkenals ge- zoute, gerookt of gedroogd fpek, vleesch, worften, visch, eijeren, oly- en en andere vettigheden; welke allen uit hun eigen aart, aan de heete lucht bloot gefteld zynde, vry fpoedig tot vergarfting en bederving overhellen wyl deeze voedfelen van de vuurdee- len alles ondergaan, even als alle an dere lighaamen. Zo dat de bepaling der vaste lucht, waar van de bewa ring, vastheid, duurzaamheid en ge zondheid der Menfchelyke lighaamen en gemelde voedfelen afhangt; door zodanige groote zomerhitte verbroken Wordt, met de fyne deeltjes der lig haamen te verdunnenen den zo ïioodzakelyken band van faambinding te verminderen; dewyl de buitenlucht door de hitte aanmerkelyk verzwakt, niet vermogend is, om de vaste lucht ?n de lighaamen optefluiten, zo wor dende geestige, fyne, olyagtige, zout en wateragtige deelen, losontbonden en vlugtig gemaakten de grovere dee-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1784 | | pagina 178