XV
ïnogelykby elk artikel de voornaam ft e fchry»
vers aanwyzen, die hetzelve met opzet behan
deld en opgehelderd hebben.
B. "Wat is 'er tot nog toe in de Nederland-
fche taal, over de Fe tres Catarrkales wel-
ke federt et nige jaaren zich meer dan voor-
heen in deze Landen vertoend hebbenge-
fchreven, en wat ontbreekt 'er aan? Welke
v zyn haare gewoone kenteekens, loop, fym-
ptomata en complication Zyn 'er eenige re-
denen te ontdekken, waar uit blyken kan,
waarom deze ziekte meer dan voorheen plaats
heett Welke is haare veilige en zekere ge»
nezing in alle haare onderfcheidene loorten"'?
C. De ordervinding leert, dat luiden, die
als matroozen ter Zee varen't zy op de Oost
en West-Inden, of in den dienst van andere
Maatfchappyenals mede ten Oor1og, niet al
leen in den itrydmaar ook door verfcheiden
ongelukken, als mede door ziekten en zwakhe
den vooral door den ouderdombuiten ftaat ge
raken hunnen dienst te konnen vervullenen
dus voor zich zei ven het noodige onderhoud te
verzorgenwaar door zy openliggen voor diepe
armoede en gebrek, en om zelfs tot den bedel-
zak te vervallen.
Derhalven zoude het voor braave Zeeliedea
tot eene zonderlinge vertroostinge, en voor al
len, die tot den Zeedienst in de Provincie van
Zeeland genegenheid haddentot eene gepaste
aanmoediginge konnen ftrekken, indien 'er ee-
nig middel was, cm zoodanige onvermogende of
bejaarde Zeelieden een beftendig en welgeregeld