i58 j. harger antwoord gemelde lage omtrekken der Had had vergaderd, "grootendeels weg, en liet veelvuldige kleine moerasfen terug, welke nadeelige dampen zich met die van de flikken vergezellende, in ftaat waren, de lucht te vergifti- genvermits door de overhand kry- gende zuidewind, en de tegenwer- king der zee, in plaats dat die fcha- delyke dampen als te voren wierden 9, verftrooid, nu veel meer wierden terug gehouden en ingefloten. Deeze nu gemelde nadeelige om- handighedengeduurende de maand September en (jetober onafgebroken voortduurendezo valt het juist niet w zwaarom de waare reden van den verbazenden aangroei der voorge- noemde Najaars- of Galkoortfen te begrypen, dewelke als toen ftand 5, greepen hoe dezelve tevens tot j, dien graad van kwaadaartigheid heb- ben kunnen ftygen (u)". De "Waarnemingen omtrent de luchtsgefteldheid weder en winden te Vlisjingen genomen in den jare 3768, door den Heere a. muller, zul* (11) Haart. Maatfch. XVI. deel ade ftuk, bV 149 hx j50,

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1784 | | pagina 190