tS2 J. KARGER ANTWQORÖ zelden meerder menfchen geherbergd dan wel noodig isen de lucht derzel- ve door hunlieaer elge uitwaafemingen fchadelyk gemaakt. Waarom men dusdanige wooningen als broei-nesten, der Gal- en Rotkoortfen van het Na jaar kan aanmerken. Men leeft 'er over 't algemeen in dezelve niet te zin- delykwaar door de lucht deezer wooningen geen voordeel wordt aan- gebragt. De wooningen der Militairen zyn gemeenlyk van drieerlei foort, als ca- fernen, barakken en cafematten; in fommige Garnizoenplaatfen, zyn dee- ze wooningen lugtige en goede ver- blyfplaatfen, in de fVillemflad, Helle- voetjluis enz, zyn 'er de Militairen zeer wel geherbergd, hebben allen befchei- den geryf, overëenkomftig den ftaat des Soldaats, als pompen, regenbak ken, geheime gemakken, ruime bin- neplaatfen, vertrekken enz. Doch de cafematten zyn wel de flegtfle en ongezondfte om in te verblyven, om dat dezelve met vogtige falpeteragtige uitwaafemingen, der capitale wallen of der bastions, niet zelden, meer dan teveel, beladenzyne

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1784 | | pagina 194