XVII drievier of meer honderd menfchen mogte or& kimmen. Daar by zonde men moeten denken, op de bekwaame Fondfen tot de oprichting en hét onderhoud. En men konde overleggen Of daar toe een zekere toeleg uit de hand- of maand-gelden en winsten der Zeelieden zoude konnen worden ingehouden, door de Boekiloa ders der Reedersof de Betaalers in de andere Departementen Dan of daar toe alleenlyk, of benevens het voorige, de milddaadige Menschlievendheid van Vaderlandfche Harten zoude moeten worden uitgenoodigd Of welke andere betere middelen men konde opgeven ter bereikinge van deze Heilzaams bedoeling? Verder heeft het Genootfchap goedgevonden s heden, voor de eerfte maal, drie vraagftukken optegeven, met belofte van den gewoonen gou den eerpenning, op den itempel van dit Genoot fchap gefiagen, aan hun, die, voor den eerden van louwmaand des jaars mdcc xxxv, de beste en meest voldoende antwoorden op elk derzel- ver ingeleverd zullen hebben: A. Voor rekeninge dezer Maatfchappye JZyn 'er geene cilgemeene en by tonder e genreken in de inrichtinge en leerwyzonzer Vaderland- fche Hocge Schooien welke zyn de voornaam- Jie? en wat kan tot verbeteringe daar van in 't werk gefield wordentot fpoedigere voortzettin- ge van allerleie IVetenfchappenen ter meerde re bejehavinge onzer Natie X. DEELDoor

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1784 | | pagina 19