over de naj aars-koortsen. 17s beftaat, in de eenvoudigheid der goe de voedfels, waarom de Heere addi- son niet ten onregte zegt: "Als ik een hedendaagfche tafel in al haar pracht zie aangedischt, verbeelde ik my jicht, waterzucht, koortfen, flaap-ziekten en ontelbaare andere kwalen, rondom den disch in hin- derlaag te zien liggen (x)". Het ontbyt beftaat meestal, in wei nig brood, doch veeltyds in benadee- lende gebakken. En tusfchen de avond- of middag- maaltyden, wordt niet meer onder- fcheid, dan door terines met faladen gemaakt. Och! mogten veelen befeffen hoe fchadelyk het is, des avonds de maag, met zo veel onderfcheidene voedfels op te vullen, waar doorniet dan onrust, droomen, flapeloze nagten, en een menigte van ziekten worden gebo ren. Hierom zal een ieder, de nachtrust en gezondheid liefhebbende, v/eldoen altoos een ligt-, zagt- en ver teerbaar-avondmaal te nuttigen. Dan paaren deeze menfchen meest al overdag, by dusdanig voedfel-ge- brmk 00 w. eucham i deel, tl. 124 en 125.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1784 | | pagina 203