OVER DE NAJAARS-KOORTSEN. 173; gentlyke cofify, noch thee, noch cho- colaad zo zeer niet bedoele, als wel de groote hoeveelheid warm of kokend water of melk, met welke deeze in grediënten getrokken worden en ge nuttigd; waar door de ingewanden zo danig verflapt, en voor de zo noodige fpys- of chylbereidinggeheel en al onbekwaam en onbruikbaar worden. De verfchooning hebben zy beter, ook hunne wooningen verdienen den voorrang, doch deeze zouden nog gezonder zyn, als dezelve met hooge en drooge winden, meerder gelucht, en zindelykheids-halven zo veelvuldig met geen water gefchrobd en overgo ten wierden. Dan hoe Edel ook van geboorte, zy hebben even als de geringfle Man en Soldaat, geleefd en gezweefd, in een en denzelfden heeten, vogtigen en met fchadelyke uitwaafemingen be laden dampkring. Als men nu bedaard en onbevoor oordeeld de levenswyze der menfchen van den Eerften rang overweegt moet men dan niet belyden, dat hun- lieder overvloed zelfs nog veel meer der aanleidende garsa.aket} van Na jaar^

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1784 | | pagina 205