OVER DE NAJAARS-KOORTSEN. V]$ opgeftopte of al te groote afgang, on- gerusten flaap, pyn in armen, bee- nenknyen of lendenenen fleuren 20 eenige dagen voort, zonder aan» merkelyk bezwaar. Vervolgens breekt de ziekte door, en begint met koorts, vergezeld met rillingen en huiveringen, waarop volgt eene fcherpe en drooge hitte welke foms eenige uuren duurt, en een groo te magteloosheid overlaat; dan vindt men de huid droog, dan weder met een zagt zweet beduwd; gepaard met een dorftigen, droogen, flymigen bit teren mond; de tong is wit of geelag- tig beflagende adem ftinktde tanden zyn als met een vuil flym overtogen; benaauwdheid omtrent den boven buik geduurige walg- en braakagtig- heid, ook wel met ontlasting van eene bedorve gal en rottige ftoffe, ook wel eens met wormen vergezeld; pynen en krimpingen in maag en darmen; winderige opfpanningen des buiks; ge duurige perfmgen tot afgang of een opgeftopte kamergang; de pis is zeer verfcnillende in couleur, veelheid en grond-bezinkfelsen als met een vet tig vlies bedekt, $n aan de wanden vaij

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1784 | | pagina 207