OVER DE NAJAARS-KOORTSIÖSL Ï77 gen overvloediger; de flaap vermeer dert; de tong wordt fchooner; en ai- les fchikt zich tot eene aangenaame herflelling. Zo ik my mag vleijen, dan heb ik, volgens het gewoone be loop der Najaars-koortfen, de waare teekenen door welke zy van andere ziekten onderkend wordenzo van den eerften aanval, voortgang, on- gunftige of blyde uitkomst deezer fomtyds, zo wreed woedende ziekte in Staats-Vlaanderenonder de Inwoo- ners, vooral de Militairen aan den dag gelegd. Doch niemand moet begrypen, dat juist alle die teekenen te gelyk, by een iegelyk mensch worden waarge nomen, het is'er ver vandaan. De ondervinding leert het tegendeel; hier om dient opgemerkt, dat alle de tee kenen en verfchynfelen eenig en alleen, maar verfchillenin den aanval, voort gang en einde deezer ziekte, naar mate de beledigende oorzaaken groot of klein, en het bederf in deeze ofgee- ne edele ingewanden veel of weinig zyzo als wy nu nog ter Having van een en ander gezegdedoor de gevol gen deezer ziekte zullen aanduiden, ■r. mm,. M Men

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1784 | | pagina 209