OVER DE NAJAARS-KOORTSEN. 191
en vógtige nachtluchten in Staats-
Vlaanderen te wagten hebben.
Het is overbekend, dat de ledigheid
niet alleen een wortel van alle kwaad
is, en dat de Militairen in vreedenstyd
hier door voor alle buitenfporigheden,
en aanvallen Van ziekten bloot leg*
gen. Om nu zulks te verhoeden,
en dewyl een matige arbeid, zo noodig
is voor de gezondheid, kan men vraa-
gen: of het niet best ware, dat men
die Militairen welke geen ambagt ver-
liaan, om deeze reden, ook om nog
iets ter onderfteuning van zich zeiven,
vrouw en kinderen, te doen winnen;
dagelyks eenige uuren, onder be-
hoorelyke toezicht, aan de gemeene
of 'slandswerkenals wallen, bas
tions, droge gragten, havens, cana-
len, wegen enz., liet arbeiden? ja, al
was het dan maar, om op een voor
beeldige wyze, de zinnelyk en rein
heid in de Garnizoenplaatfen van
St aats- Vlaander ente helpen bevorde
ren, dewyl men vooral in die plaatfen
niet genoegfaam hier tegen kan wa
ken, om dat het verzuim hier van, de
gemeenlie aanleidende oorzaaken zyn
van gal- rot- of kwaadaartige-koort-
fen.