Ip2 J. HARGER ANTWOORD fen. Dan die Militairen welke een ambagt verflaan, konde men verlof geeven, hun vryen tyd in dusdanig be roep door te brengen, en hunne wag- ten, evenreedig met hunne cameraden waar te neemen. - Nog dient 'er in 't algemeen opge merkt dat 'er geen middel voor den mensch, van wat rang of (laat hy zy, is uit te denken, dat beeter, nuttiger en gefchikter is, om ziekten voor te komen, dan een gepaste arbeid of lig- haams-beweeging. Waarom de Heer cheyne zegt, dat men de lig- haams-beweegingals een deel van den Godsdienst behoorde aan te mer ken. De heilzaamfte, en alle de dee- len des lighaams, gepaste beweeging. verfchaffende oëffemngen, zyn de zul- ken, welke men in de opene lucht, door arbeiden, gaan, wandelen, ry- den, kolven, keegelen enz., Verrigten kan. Dan, zo zulks niet mogelyk is, voor deeze of die, zyn 'er echter aan- genaame nuttige oeffeningen uitgedagt, welke binnen 's huis kunnen verrigt worden, en verre boven d leedigheid te waardeeren zyn; als paletten, bii- lard-fpeelen, dansfen, fchermen, hob-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1784 | | pagina 224