O-VER DE NAJAARS-KOORTSEN. 193 belpaard, fchongelen enz.; zie over een en ander wijlliam buchan (h). Dan eer ik hier van afftappe, dient nog herinnerd, dat door overmaatigen arbeid, of andere lighaams-beweeging, of een langduurig verblyf in de heete zon en dampkringniet alleen bui ten gemeene wryving beweeging uitzetting, ontbinding der vogten, en, magteloosheid der lighaamen ver wekt maar daar en boven eene fterke ontlasting van zweet bevorderd wordt; welk zweet even als een fpons, door hemden en kleederen wordt ingezo gen, 't welk dan aan de lighaamen op droogt, dan weder doorzweet wordt, en zonder behoorlyke verfchooning by veelen, dagen aangehouden, waar door niet dan onheilen aan de gezond heid kan worden medegedeeld. En dewyl 'er in fchoone hemden,' en zuivere kleederen, meer voorbe hoedend vermoogen, dan fommigen wel zouden denken, ligt opgefloten, vind ik my verpligt, hier ernltig op aan te moeten dringen. Doch dewyl veele behoeftige men- x. deelN fchen, (h) Huislyke Geneeskunde 1780. bladz, 108-115-.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1784 | | pagina 225