J9S J. HARGER ANTWOORD men is, te reinigen en te wasfchen; dewyl de onrein- en morfigheid des lig- haams, de eerfte bronwellen veeier ziekten zynmen dient 'er geene Hin kende lampen noch kaarien te branden, noch bedorven, flegten, Hinkenden tabak te rooken; de vloeren droog te houdende geheime plaatfen buiten de wooningen te hebben; dezelve zuiver te doen houden, om het bederven der lucht voor te komen; ook kan dienHig zyn een emmer water, dagelyks ver- verscht, met of zonder willigen tak daar inin zo een vertrek te plaatfen; azyn uit te dampen; een weinig bus kruid, geneverbeezien, mastic, kruid nagelen, campher of iets anders dat welriekend is, wat te laaten fmeulen of brandenom door dergelyke tee- gen-rottige middelende traage lucht te verdeelente verbeeteren, te zui veren, en voor eenen onbefmetten en gezonden dampkring plaats te maaken. Wordt een en ander, door ziekte bevangen, dan moet men hem afzon deren, van de gezonden; zuiveren, wasfchen en verfchoonen, naar ge lang; en van de noodige geneesmidde len en andere noodwendigheeden voor-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1784 | | pagina 230