202 J. HARGER ANTWOORD knollenerwtenboonenaard- of boom-appelen enz.; met wel doorbak ken tarwen- of roggen-broodzouden mogen eetennoch ook dat men geen gezoute peekei vleesch, gerookte of gedroogde runder-ribben, paater- of andere Hukken, met de noodige toe- fjpyzen, zoude mogen gebruiken, het is 'er wel verre van daan. Ter voorbehoeding, keur ik alleen af, het aanhoudend en overbodig mis bruik, van dusdaanige voedfels, en ik zal uit loutere menfchen liefde, het een en ander, vraagender wyze, aan de hand geeven. Zal het niet beeter zyn, vooral voor den Soldaat, om des morgens een voldoende boterhammet goede bo ter en kaas; of een uijen, chalot, ra- dys, rammelasjenz., en een goed glas zuiver koud waterdan een ftuk raauw, garftig of gefnerkt fpek, met brood, dat fomtyds muf of befchim- meld is, vergezeld met een ruimen teug genever, of een groote hoeveel heid warm koffy- of thee-water, te ge bruiken Zal het niet beeter zyn, dat de jniddag-maaltyden, met versch runder en

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1784 | | pagina 234