OVER DE NAJAARS-K.0ÖRfSEN*1 22$
andere dan het phlogiston, het welk
ook maar alleen door deszelfs groote
hoeveelheid, den menfchen fchadelyk
is,
"Dewyl nu ptoefondervmdelyk is
getoond, dat boomen en planten
het vermoogen bezitten, om het
phlogiston uit de bedorve lucht op
te neemen, en dezelve te zuiveren,
van het overbodige, en dus ten
diende der menfchen weder be-
5, kwaam te makenzo kunnen wy de
boomen en planten, als de eerfte en
gefchiktftemiddelen aanmerken, om
het fchadelykfte uit den dampkring
M tot zich te trekken, op te nemen,
en dienstbaar voor 't dierlyke le-
ven te doen blyven.
Dan terwyl boomen en planten,
de werkzaamheid oefFenen van het
n phlogiston op te neemen, moeten
zy ook te gelyk in de gelegenheid
zyn, van vaste lucht te kunnen
i) kwyt raaken; te gelyk, dat deeze
mededeeling van vaste lucht, van
5, den groei der planten en boomen
3) onafscheidbaar is. Hier uit volgt
dusdat de mededeeling van vaste
3) lucht aan den dampkring, door de
P b00a