over de najaars-koortsen, 239 een of ander der opgenoemde fchade- lyke driften verflaafd is, dat in zulk een geval, men hem daar nooit eensklaps, maar by graden, en naar gelang der omftandighedenop de best mogely- ke wyzevan moet pogen af te trek ken, dewyl 'er anders wederom na- deelige gevolgen te wagten zyn. 'Er was ook nog wel van een en an der iets meerder te zeggendoch dit genoegfaam keurende, verwyze den G. L. naar 't breedvoeriger betoog dies aangaande, van den Heer j. dachs (t). Ter algemeene voorbehoeding, die nen de navolgende regelen nog wel in aanmerking genomen. Het is overbekend, dat een Land- of Bouwman, Arbeider of Soldaat, die in de open lucht ftaag moet bezig zyn, en zyne wagten in dezelve moet waar nemen, en zelfs des avonds noch des nachts hier van verfchoond is, by gee- ne mogelykheid voor alle fchadelyke uitwaafemingen in den dampkring, noch voor ruw, guur en flaag veran-, derlyke luchtsgefteldhedenzich al toos wagten noch behoeden kan; des niet (t) Haan, MaatfthXVL cl, s ftnk bi. 197, 21a*,

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1784 | | pagina 271