OVER DE NAJAARS-KOORTSEN. 247 fchaft; en het branden van goeden turf, vooral hout, Sunderlandfcne of andere goede kolen, den voorrang moest hebbenom dat hier door de wooningen en wagthuizen gezonder, en de dampkring met minder fchadely- ke deelen beladen zoude worden. Ook is het raadfaam, dat men zo ras 'er ziekten van het Najaar heer- fchen, alhoewel dezelve niet beffnet- telyk zyn, zo veele nutte!ooze vrien den noch gebuuren, van den morgen tot aan den avond niet toelate; de- wyl meestal, de lyders door onnut geklap ontrust, de oppasfers in hunne bediening gehoord, en aanleidende oorzaaken ter befmetting of overbren ging der ziekte ftoffen, aan andéren gegeven worden. De geftorvene menfchen moet men niet langer dan 3 of 4 dagen boven aarde houden, en het dageivks oefe nen van zeekere kerkelyke plegtighe- den, by fommige gezindheden in ge bruik, afkeuren; ook dat men veele menfchen ter begravenis noodigt, en niet zelden in 't zelfde vertrek, daar het reeds riekende lyk ligt, als te fa- men pakt en opfluit. Q. 4 Door

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1784 | | pagina 279