OVER DE NAjAARS-KOORTSEN. 2ÖI men zich maar eenig en alleen, had toegelegd om de eigentlyke waare oor zaaken der Najaars-koortfen voor te Hellen en overeenkomflig die oorzaa ken de behoedmiddelen? Het was inderdaad beter geweest, maar wie der Hervelingen is zo vermoo- gend,om zulks onberispelyk te bepalen? Men moet wel degelyk bez effendat 'er niet eene enkele, maar een geheele faamloop van oorzaaken, in het alge meen plaats heeft, waar door de Na- jaars koortfen worden voortgebragt. En dit is de reden, waarom zo vee- Ie en onderfcheidene oorzaaken, zyn voorgedragenwelke de eene tyd meer, de andere minder, of te faa- men verëenigd, vermoogend worden gevondenom de Najaars-koortfen voort te brengen. Het is hier mede (gedoogt deeze gelykenis) gelykerwyze niet uit een enkel ftuk hout, een Schip gebouwd word, maar wel, dat 'er uit, en door onderfcheidene, faamengevoegdeen verëenigde Hukken hout, een Schip word volbouwd en faamengefteld. Even zo worden, door faamenvoeging en verëeniging van voorgaande, opwek- R 3 kep-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1784 | | pagina 293