264 J. HARGER ANTWOORD De Kajaars-koortfen worden ver deeld in goede en kwaadaartige. De goede zyn alwaar de beledi gende ftoffen, zich maar alleen in de maag en darmen ophouden, de teeke nen of verfchynfelen niet geweldig zyn en delighaamen draaglyk door de ziekte worden aangedaan. Deeze Najaars koortfen, zullen zo vaak men door gepaste middelen, de fchadelyke lloffen komt te verbeteren, of dat men dezelve door een braak- of purgeermiddel ontlast, aanftonds ver minderen en genoegzaam zonder aanwendingdan van een of ander eenvouwig maagmiddel, vry Ipoedig herflellen. Poch de kwaadaartige, en welke wel het meeste heerfchen,geeven door derzelver teekenen genoeg te kennen, dat de beledigende ftoffen niet alleen inde eerfte wegen, maar ook tot an dere en edeler ingewanden zyn over gegaan. Wanneer nu de Geneesheer kan bevroeden, dat 'er een bedorve, gar- fHgegalagtige ftoffe in de maag of darmen canaal word opgehouden, dan moethvdezelve poogente verbeteren, of

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1784 | | pagina 296