OVER DE NAJAARS-KOORTSEN. 267 lauw, in grootehoeveelheid, metklei ne teugen genuttigdals een uitnee- mend middel word aangeraden; ech ter zodat het geen walging noch be nauwdheden door het gebruik ver wekt. Voor my oordeele dat het eenvou- wig water in deeze gevallen, juist zo zeer niet aan dit inzicht voldoetzich moeilyk met ons bloed en vogten vermengt, minder aankleeft, omwindt, met zich voert en zeer fpoedig door het konftig Niergeftel en Piswegen door vliet. Waarom het water liever verkie- ze, en ook meer zal beantwoorden, als het door byvoeging van meel- lym- zeep- en zuuragtige deelen, voor al die welke uit het ryk der planten bereid zyn, beladen is, en in gepaste hoeveelheden wordt toegediend. Onder deeze munten uit de gort- de parel de haver- gerst- en broodwaters; de wey van gekarnde of van zoete melk, door zuuren gefchift, de ge karnde en zoetemelk met water ver lengd, met een woord alle mollige dranken, om dat dezelve het vermoo- gen bezitten, om de bedorve ftoffen te

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1784 | | pagina 299