270 j. harger antwoord cus anglicanus enz. welke hier met vrugt kunnen worden aangewend, om dat zy het vermoogen bezitten, om die vogten daar zy mede vereenigd wor den te verdunnen, en voor de verrot ting te belchermen en te behoeden. By deeze kan men nog voegen het feil ammoniacustartarus Jolubiiistar taric vitriolatusf antïémeticum riverii, fpiritus minder er i en dergelyken. Dan zo wanneer de ophooping of verzameling der bedorve en rottige ftoffen, in de eerfte wegen zo veel en groot is, dat dezelve, door de reeds gemelde middelen niet kan worden ondergebragt, noch overwonnen, dan moet men dezelve, op de best moge- lyke wyze poogen te ontlastenen buiten het lighaam te brengen. Het wordt dan de pligt van een Ge neeskundigen om die lloffen, welke ryp en beweeglyk zyn te ontlasten: of hier toe bekwaam te maken. Allerbest wordt zulks verrigt door de gefmolten wynfteenof door het wyn- iteenzout met oly van vitriool verza digd (d). Dl £d) j. prince 1. c. pag. 206.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1784 | | pagina 302