286 J. HARGER ANTWOORD
afkookfel van camomillen, meliloten,
kaarsjesbladen, fmeerwortelfenebla-
den, met wat tamarinden, falpeter,
honig of fyroop gemengd; en dan
maar even lauw, en niet minder dan
tot to of 12 oneen tevens ingebragt.
'Er dient nog opgemerktdat men
fomtyds met vrugt by de afgang ver
wekkende, ook verfterkende en de
rotting belettende middelen kan paa-
ren, en wel in die gevallen, daar
een groote verzwakking, en teeke
nen eener heevige bedervingvan
het begin der ziekte afaan zich vertoo-
nen.
II. Dit geneezings inzicht zal dan
beftaan, om den voortgang der bedor-
ve ftoffen te beletten en tegen te gaan.
Doch vooraf zegge met een woord,
het is zeldfaam dat men zo gelukkig is,
dat de ophooping en bepaaling der be-
dorve galftoffen, zich eenig en alleen
maar, tot in de eerfte wegen uitftrek-
ken, maar meestal, wordt 'er een ge
deelte opgenoomen, en naar de twee
de wegen overgebragt, met ons bloed
en vogten verëenigd en dus het ge-
heele lighaam in ziekte en ongefteld-
heid gebragt.
Hier,