ANTWOORDEN
V R A A G E,
MBCCLXXXII
Aan welken de gouden en zilveren ëerpryzenj-
door het Zeeuwfche Genootfchap der We-
tenfchappenden zevenëntwintigften va^
oogstmaand 'sjaars 1782, toegewezen zyn.
op de
voor het jaar
opgegeven:
Welke zyn de waare oorzaaken en kenteekenea
van de Naj aars-koor tfen in de Garnizoen-
plaatfen van StaatsWlaanderenen welke
zyn de beste behoed- en geneesmiddelendie
daar tegenvooral by de Militairenkonnetb
aangewend worden