§T0 J. HARGER ANTWOORD wyst, dat de Lyder, dezelve nog niet verdraagen kan. 'Er dient in 't algemeen opgemerkt, dat 'er ook van de dranken geen groo- te teugen te gelyk, maar liever dik- wils herhaalde, worden gedronken, zo om het gemts der vloeiftoffen al- lengskens te vergoeden, als de nog overgeblevene fcherpe deelen te ver- zagten, ontbinden, en door de ont- lastwegen buiten het lighaam te voe ren. De beweeging is allernoodigst, om de vervalle kragten te herllellen, doch zy moet, overeenkornftig de vermoo» gens der zwakke Lyders, geöefFend worden, door wandelen, fchongelen, ryden, fpringen, huppelen of arbeid; om dat zy anders vry fpoedig, aam we der inftortingen bloot leggen. Zo nuttig de beweeging is, zo noo- dig is de rust of flaap; de flaap moet n et te lang zyn, om dat 'er dan te veel tyd, om van gepaste geneesmiddelen gebruik te maken, verlooren gaat, en veele taaije lymige ftoffen worden voortgebragt, waar door de ziekte weder op nieuw zoude kunnen entite iten. De flaap moet ook niet te weinig zyn,

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1784 | | pagina 342