318 J. HARGER ANTWOORD ding, van die genen, waar toe dit be richt eigentlyk volgens het Program ma van 1779 diende ingericht. Dan wy geloven liever, dat, dewyl men in Zeeland feedert eenige jaaren, tweederlei charters van O. 1. Schepen gebouwd heeft, juist hier om, het Zeeuwsch Genootfchap, verlangt een kort, zaaklyk en zekerst bericht, be langende de bouwing der Schepen, en 't geene daar toe behoort, dat is onzes bedunkens, welke conftructie of fa- menftellingdeezer tweederlei char ters van Schepen, wel den meesten invloed heeft, om de dierbaare ge zondheid van zo veele hoog benoo- digde Manfchapgeduurende de reize gezond te onderhouden; in Neder- landsch Indien welvarende over te brengen; en derzelver goederen, zo in kisten als hangmatten, droog en gaaf, voor alle fchaden te beveiligen. Op deezen grond dan, zullen wy poogen het een en ander voor te dra- gen. Deeze tweederlei Schepen, worden drie-deks- en kuil-fchepen genaamd. Nu ftaat maar onzydig te overwee- geiij welker bouworde of famenftel- ling;

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1784 | | pagina 350