OVER DE SCHEPEN ENZ* 321 roosters wélke in de kantftukken of dennebooms fluiten: daarenboven heeft men twee voortraps; één groot, en agterterzyde van den bezaans-mast, één voor-kajuits-luik, met trappen ee- venreedig aan de groote der luiken. Agter den bezaans-mast, heeft men de Capiteins kamer, en de gewoone hut ten voor de voornaamfte Officieren. In het tweede dek, van een drie" dekker, vindt men een groot kabel- gats-luik, vlak onder de voortraps-lui ken; vervolgens een groot-luik, voor den grooten-mast, dat juist zo groot is, als de afftand der denneboomsdaar de roosters van 't eerfte dek, in ge plaatst zynwaardoor mende fcheeps- boot, op dit groot-luik nederlaat, en daar na de fchuit in dezelve plaatst; dan heeft men agter den grooten mast, aan fluurboord, een kleiner luik, be nevens een ruim agter-traps luik, waar mede men langs eevenredige trappen, op het derde- of beneden-dek, of in de Conftabels kamer komen kan. Op dit tweede dek, heeft men de ge- fchutspoorten en het kanon geplaatst. In het derde dek van een drie-dek ker, heeft men de gewoone luiken, w, deel, X waar

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1784 | | pagina 353