324 HARGER ANTWOORD pen; de barring of waarlooze Hen- gen, rondhout en wangen, plaatst men hier op de barringbalk of galg, met het eene, en met het ander eind op het voorfte gedeelte van den bak; en tusfchen de Hengen en rondhout, als over de boot heenliggendefchikt men de plaats voor de fcheeps-fchuit. In het eerlle dek van een kuil-fchip, ontmoet men 5 luiken, één kabelgats, één voor den grooten mast, en twee kleine agter den grooten mast, het Koks- en Botteliers-en één agter het fpil middenfcheeps het agtertraps- luik genaamd, door welk men tusfchen deks, en in de Conftapels kamer ko men kan. Op dit eerfte dek, 20 onder 't half-dek als in den kuilen deels onder den bak, wordt het kanon te boord geplaatst. Het tweede dek van een kuil-fchipheeft even zo veel luiken, als het derde dek van een drie dekker, om in het fcheepsruim te ko men., Nu zullen wy de eigenlyke fcheeps- wooning of huisvesting der zeevaren den zo op een kuil-fchipals drie dekker, tegen elkander vergelyken, en

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1784 | | pagina 356