OVER DE SCHEPEN ENZ. 325 en de waare lengte, wydte en hoogte, der fcheeps-verdiepingentegen el kander overhellen. Men bouwt thans Schepen van 155? 150 en 140 voeten, wy zullen de mid delde lengtedat iseen Schip van 150 voeten, tot een voorbeeld nemen. Een kuil-fchip dan, van 1^0 voeten lang, behoudt tusfchen deks, naar af trek van de Conltapels kamer, en ka belgat, een lengte van omtrent 100 voeten; de hoogte der verdieping, is 7 voeten en 5 duimen, en de wydte binnen 's werksdewyl 'er voor de houten en de fetweger, 2 voeten en duimen afgaan, kan 'er niet meer, dan 38 voeten en 6 duimen gehouden wor den op zich zeiven befchouwdis een wooning van circa 100 voeten lang, 38 voeten en 6 duimen wyd, en 7 voe ten en 5 duimen hoog, een vry groote verblyfplaatsmaar daar moet men niet zelden 300 Menfchen in huisves ten, zonder noch van de kombuis, noch bottelery, noch noordfche last te gewagen; en als men dit overweegt, zal het maar al te naauw beperkt, van deskundigen, geoordeeld worden. Een drie-dekker nu, van 150 voe- X 3 ten

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1784 | | pagina 357