342 J. harger antwoord lang der Manfchap, welke zy aanbrag- teneene belooning aan dezelven te geeven. By voorbeeld, aan een Volkhouder, welke ten diende van een Schip, 20 gezonde, vrywillige, bevaarene Matroozeri aanbragt, een douceur van 200 gulden; voor 30, 250 gulden; voor 40, 300 gulden; voor 50, 3^0 gulden; voor 20 Soldaten of Ambagtsgezellen die ge jond en vry willig waren, een douceur van 100 gulden; voor 30, 125 gul den; voor 40, 150 gulden; voor 50, 175 gulden; en zo vervol gens. Dus doende, zouden de Volkhouders zich toeleggen, om der* zeiver Manfchap wel te doen, roem te verwerven, en boven elkander uit te muntentevens zouden worden voor gekomen, al die ongeoorloofde han- delwyzen en bedriegeryenwelketot zo een aanmerklyk nadeel der Maat- fchappye en Manfchap, zo dikmaal ondervonden zyn. Begeeren wy dan, dat de Volkhou ders geen flinkfe wegen inflaan, en dat de Manfchap welke by hen herberg Zoeken, wel onderhouden wordt; dan moet men de Volkhouders in ilaat Hel len s

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1784 | | pagina 374