OVER DE SCHEPEN ENZ. vloeren der wooningen, ten dienfte deezer gasten gefchikt, daaglyks met geen water gefchrobtmaar met zand geftrooid, en met den bezem gekeerd, of met grove bieze matten of gonje kleederen, belegd worden. By droog weder, moet men de raa- men en venfters open zetten, om 'er de frisfche lucht door te laaten waai- jen; de bedden, matrasfen, deekens, buffels, fchansloopersen dergelyke goederen, in de lucht en zonne bren gen. Daar men veel Manfchap, by nacht herbergt, moet vooral gezorgd worden, dat de lucht niet onzuiver wordt, door ftinkendè lampen of fleg- ten tabak, of door gemaakte ontlastin gen, daar te laaten verblyvenwaarom, toom- of luchtkokers, door de zolders naar buiten gebragt, of de bovenfte fchuiframen wat neder gelaten, dienftig zal bevonden worden. In de beijers der Volkhouders, moet des winters, een goed engelsch kooien vuur, of ei* ken blok, met turven, ter verwar ming aangelegd; doch geen kaggelsa' voordeels halven, gebruikt worden. Wordt 'er een of ander onverhoopt ziek, hier van moet terftond aan dea G$:

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1784 | | pagina 383