OVER DE SCHEPEN ENZ. 35J van deeze kundige Heeren zyn, zo zyn derzelver denkbeelden even als de myneniet vry van zwaarighe- den, welke 'er altoos zullen blyven. Echter 'er dient verandering in de on derhouding der Manfchap, en tevens verbeetering, op ééne of andere wyze uitgedagt; om hier nu toe te komen, zal ik vragenderwyze het volgende vóórhellen: zou het, alles gewikt en gewogen, niet beter, min kostbaarer, en voordeeligst zyn, voor de O. I. Maatfchappye, dewyl men in deeze da gen, zonder behulp der Volkhouders, geen Schepen behoorlyk kan beman nen, om te befluiten Geöctroieerde Volkhouders, in voegen voorfchreven aan te hellenonder zodanige beloo ningen en fpeciaal verband, om alles, wat ter onderhouding der Manfchap, ten aanzien eener goede huisvesting, kleeding, fpyzen, dranken, uitfpan- ning, befcheiden onthaal, en wat dies meer zy dienstbaar was, dusdanig ih te richten, dat het de Édele Heeren Bewindhebberen tot innig genoegen, de Manfchap tot gezondheiden de Geoctroieerd? Volkhouders tot eer verhrekte? Z 2 Doch

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1784 | | pagina 387