OVER DE SCHEPEN ËN2.' gefchut-poorten open houdentus- ichen-deks, alle onreinigheeden met drooge fchrapers en beezems oprui men; de kisten en kooïen zuiveren luchten en reinigen (h)„ Zal men zor gen, voor goede kleeding, dan dient 'er gelet, of de Manfchap van dezelve voorzien zy, zo als hebbe aangedipt; zo ja, dan kunnen zy na wêef en wind 'er gebruik van maken; zo neen, moet zulks onderzogt, en naar bevind van zaaken, ten kosten des Zeemans, het noodige door de O. L C. verzorgt worden; op dat het lighaam voor alle guure natte en fnerpende kouden niet ongewapend worde bloot gefield, Op de reêden, zo binnen als buiten 's lands dient men te zorgenvoor goede fpyzen en dranken, als 3 a 4 maal des weeks, versch rund- en fcha- penvleesch, en zoveel mogelyk groen-» ten,, overeenkomftig het jaargety, en uaar gelang van zaaken, het zy by Z 4 wy- (h) Het is my niet onbekend dat meit foms op on ze reêdevooral op kuil-lchepenwelke 22 a 23 voe ten diep treedenniet vermoogend isom door het hoogloopen der golvende poorten open te houden dat de regen gebiedde luiken met preienningen ta fluiten, doch dan dient 'er gebruik gemaakt, van die middelenwelke bier 11a zal opnoemen.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1784 | | pagina 391