OVER DE NAJAARS-KO ORTSEN. Wy moeten hier vooraf een woord fpreeken van de NajaarS'koortfenvan Staats-Vlaanderenen deszelfs Garni- zoenplaatfeneer wy overgaan tot het onderzoek van derzelver oorzaaken. De Najaars-koortfen zyn zelden, al lerminst na heete en drooge zomers, afgaande en anderendaagfche Gal- koortfen, maar meestendeel (by de Militairen vooral) Galkoortfen of hee-; te Koortfen, die kort na de afneminge zich geduurig met vernieuwde en ver meerderde kragten verheffen, en voor deeze in de genezinge, voor geene in de dood eindigen. Doch is het, dat zydie daar meede worflelen, noch ilervennoch geneezen worden(het zy dat de Hemel hun niet gunflig ishet zy door onkundige en verkeerde be handelingen en geneesmiddelen, het zy door eigen verzuim) dan neemen dezelve eenen ongelukkigen keer; en men ziet de Lyders kwynen of aan derdendaagfche, of uitteerende Koort fen, of aan Water, en Geelzugt, zom- tyds ook aan Rotkoortfen. Hier uit kan men opmaaken, welke de gewoo- ne Koortfen en Ziekten zyn van den nazomer ea herfst onder de Militairen A 4 in

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1784 | | pagina 39