OVER DE SCHEPEN ENZ. 381
In vertrouwe dan, van alles wat op
zee, tot medewerking van goede fpy-
zen ftrekken kan, ten nutte van den
Zeeman voorgedraagen te hebben
ftappe van dit Huk af, fchoon ik wel
voorzie, dat 'er tegen het een en an
der, wat zal te zeggen zyn, doch tyd
en bellek, te kort zynde, ter weder
legging, zullen wy het ons getroos
ten: als vertrouwende, dat de voor-
geftelde verandering en verbetering,
juist zodanig is ingerigt, als meest
aan het groote oogmerk, dat is ter be
vordering der gezondheid der Zeelie
den, konde beantwoorden.
Niet minder is 'er op zee, aan goe
de dranken gelegen. Het water is de
natuurlyklle, eenvoudigfte en aller ge-
zondlle drankhet grondbeginfel van
meest alle de vogten, kan by het ge~
reedmaakenvan onze vaste voedfels
niet ontbeerd worden.
Goed water is van het uiterlle be
lang, in onze geheele levenswyze,
doch zeldfaam vindt men het aldus op
zee.
Het water heeft verfcheide eigen-
fchappen, waar van nu niet zal Ipree-
ken: als alleen, dat het beste water
bh