over de schepen enz. 383 Om het bederf van zoet water te voorkomen, fielt de Heer des landes voorom het vaatwerk wel gezui verd, met heet water uitgebroeid, daar na omgefpoeld, met zwavel te belugten en wanneer het met water gevuld is, dan 'er een weinig fpiritus vitrioli by te doenen dat men dus de gisting, verrotting en wormen, kan voor- zoet water op een langduurige reis goed en zuiver ta houden; dit middel befraat, in vooraf dc vaten te zuiverenvervolgens dezelve met zoet water te vul len en dan in elk vat of oxhoofd zo veel ongeblusclite kalk te doen, als men in beide banden vatten kan.; men moet de vaten 5 a 6 dagen in deezen ftaat laa- tendaarna het water weggictcndezelve tweemaal ömfpoeleneindclyk 'er het water voor de reis in doen, Capitein jeauffrets deed in 't jaar 1772 ee- ne reis na Isle de France van 6 maanden, en liadt al zyn water als gezegd iszo bezorgdwaar door 't altyd helder en goed bleef, op zyn terugreize, Com mandeerde hy 't Schip le For unie, aan welks boord: hy zyn water op gelyke wyze behandelde, met even gewenscht gevolg; hy maakt; verder nog meerder ge wag, van aangename bevindingen, en welke wierden toegelchrevendoor dien men had ondervondendat de ongeblusclite kalk met het water vermengd geworden zynde't watervat als met een zeer dunne korst be kleed was geworden. Zie Gemes-Natuur- en Huis- houdkundige-Jaarboeken No. XXV. bl. 9dit mid del nu heeft zeer veel overeenkomst met dat van den Heer bisset ja is genoegfaam het zelfdewaarom het voor geen nieuwe uitvindingmaar als ter beves* tiging om'het water te verbeteren, voordrage.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1784 | | pagina 415