OVER DE SCHEPEN ENZ. 3 %9
Als men dit gedeelte des voorftels
overweegt, en vcrgelykt met de lyst
der fcheeps-vlctualievolgens welke
de Edele Heeren Bewindhebberen ge
woon zynderzelver Schepen te ver
zorgen dan vinde naauwlyks eene
Mondkost, ten diende der Manfchap
welke dient ingelegd, ja zelfs niet
voor de cajuit. Wel is waar, dit
woord heeft veelerlei beteekenis, egter
zal het, zo ik my niet bedrieghier
met dat van inzulten overeè'nkoomen.
Het inleggen of inzulten der groen
ten, is geen ongewoone zaak, dewyl
de Scheeps-oiücieren, voor hunlieder
byzondere en foms al vry kostbaare
tafel, onderfcheiden groenten, door
zich daar op toeleggende Menfchen,
laaten inleggen; dat myns bedunkens,
nimmer het voorneemen der Edele
Heeren Bewindhebberen zal zyn
noch wordenom voor 't geheels
Scheeps-volk, onderfcheidene groen
ten te doen inleggen; doch zo zulks
de bedoeling mogt zyn, zo verwys ik
den G. L. kortheids halven, naar de
Hollandfche Keukcmeid of andere Schry-
vers, daar men zyn weetiust zal vol
daan vinden. Ook wordt 'er wel,
Bb 3 op